Terwijl in Nederland de ijzige winterbuien nog over het land razen, sta ik eind februari met mijn jas over mijn arm voor de Dung Gate in Jeruzalem, Israel. De zon schijnt en het is aangenaam warm buiten.
Ik sta net buiten de oude stadsmuren van het historische stadscentrum en moet mijn tas afgeven aan een jongen in legeruniform. Aan de andere kant van de muur bevindt zich de heiligste plaats binnen het Jodendom, en iedereen die naar binnen wil wordt streng gecontroleerd.
WACHTEN OP EEN TEKEN VAN BOVEN
Niet veel later ben ik aan de andere kant en sta ik oog in oog met de Klaagmuur. Ik verwacht stiekem een teken van een hogere macht, een rilling over mijn rug, of een ander teken dat aangeeft: hier ben ik. Ik ben niet religieus opgevoed, en ook niet heel erg spiritueel, maar ik ben altijd benieuwd geweest naar de uitwerking die een plek als Jeruzalem op mij zou hebben.
Maar er gebeurt niets. Ik doe een tweede poging en loop dichter naar de muur. Ik wurm me tussen de prevelende vrouwen en leg voorzichtig mijn hand op de koele muur. Ik kijk omhoog, ik kijk opzij en ik kijk naar de vrouwen om me heen. Weer niets. Geen teken van boven. Geen nieuwe inzichten.
Ik schuifel voorzichtig weg en besluit dan maar te genieten van de bedrijvigheid op het plein zelf. Ik zie een Joods gezinnetje een selfie maken. Mannen en vrouwen van alle nationaliteiten die briefjes met gebeden tussen de stenen stoppen. Jongens en meisjes uit het leger die hun Engels oefenen met toeristen: meisjes met lang haar en vlechten die een enorm wapen op hun heup hebben bungelen alsof het de laatste tas van Chanel is. Ik blijf gefascineerd kijken.


DIEP IN HET OUDE CENTRUM
Na een korte pauze bij de Klaagmuur loop ik verder. Onder poortjes door, dieper het oude centrum in.
De oude stad van Jerusalem is ingedeeld in vier stukken. Een Islamitisch, een Christelijk, een Joods en een Armeens deel. Ik loop nu door de smalle straatjes van het Islamitische deel. Langs kraampjes vol versgebakken brood, kleine kioskjes waar de blikjes frisdrank zijn versierd met een krullerig lettertype en stoffig promotiemateriaal voor reizen naar Mekka aan de muur hangt.
Links van me is een overdekte gang met een paar kraampjes. Het is ontzettend rustig. Behalve mezelf zie ik een vrouw die een zak snoepjes koopt, een man die op zijn gemak falafel frituurt en twee oude heren die gezellig kletsend aan hun muntthee slurpen. Het voelt bijna alsof ik hier niet mag komen en de rust verstoor, maar ik zie alleen maar vriendelijke blikken.
Iets verderop word ik wel tegengehouden. Achter twee enorme dikke deuren ligt the Dome of the Rock te schitteren in het zonlicht. Deze prachtig versierde gedenkplaats heeft een goudkleurige koepel en staat bovenop de heilige Tempelberg. Een plek die binnen het Christendom, de Islam en het Jodendom van grote betekenis is. Ik werp een blik naar binnen, wissel wat beleefde blikken met de onverbiddelijke bewakers en ga weer verder op mijn ontdekkingstocht.




DE LAATSTE METERS VAN JEZUS CHRISTUS
Langzaam maar zeker wordt het rustige marktje steeds drukker, en plotseling sta ik tussen de verkopers op de levendige souk. Om mij heen liggen kleurrijke sjaals en aardewerk, piramides van geurende kruidenmengsels, en bakken vol lokale lekkernijen als halva en dadels uitgestald.
Ik loop, ik ruik, ik proef en ik verdwaal tot ik tussen een grote groep toeristen sta. Ze staan allemaal aandachtig naar hun gids te luisteren en raken één voor één de muur aan. Ik bevind me op de Via Dolorosa, nog zo’n plek vol geschiedenis en verhalen.
Binnen het christendom is dit de plek waar Jezus na zijn veroordeling door Pontius Pilatus met het kruis op zijn rug naar zijn executieplaats werd geleid. Hier treed je bijna letterlijk in zijn voetsporen. De plekken waar hij viel, waar hij zijn kleding verloor, waar hij tegen een muur leunde en Maria een hand gaf: alles staat aangegeven. Hoewel het niet waarschijnlijk is dat dit precies dezelfde weg is als waar Jezus 2000 jaar geleden zijn laatste meters aflegde, indruk maakt het wel. Langzaam loop ik die eerste tien ‘staties’ af tot ik voor de Heilige Grafkerk sta.
Hier vind je de laatste vier staties. Dit is de plek waar Jezus 2000 jaar geleden werd gekruisigd, werd gebalsemd en begraven. En ik bevind me in de bijzondere kerk die nu op die plek staat.
Samen met hordes andere toeristen loop ik naar binnen. Mensen knielen, raken de steen aan waarop het lijk van Jezus zou zijn gebalsemd. In het midden bevindt zich de graftombe, en mensen staan te dringen om naar binnen te mogen.
Ik observeer maar ik doe niet mee. In plaats daarvan loop ik een rondje door de kerk. Een wandeling waar maar weinig mensen oog voor hebben. Zonde, want het is echt de moeite waard. In plaats van het gebruikelijke rondje door het middenschip kun je hier ook ver naar beneden afdalen. Trappen leiden naar prachtig verlichtte ruimtes onder de grond en ik heb het plekje helemaal voor mij alleen. Die connectie met een hogere macht was er dan misschien niet, maar de historie van Jeruzalem blaast me hier toch bijna omver.









Meer lezen over reizen in Israel? Deze blogs vind je misschien ook interessant:
• Israel: 10 x doen tijdens je stedentrip naar Jeruzalem
• Israel: 20 x doen tijdens een stedentrip Tel Aviv
• Israel: Tel Aviv in vijf zintuigen
• Doen: Lekker eten op de Machne Yehuda Market in Jeruzalem